“Dat ik naar Feyenoord mocht, was voor mij hét besef dat ik prof kon worden”.

Topsport Interview Shirley Blom

Rugnummer
0
Doelpunten
0
Interlands
0

Shirley Blom is met haar 20 jaar oud derdejaars SportMarketing & Management studente, doorliep de volledige jeugdopleiding van Feyenoord en speelt nu in Jong Excelsior waar ze na de zomer de overstap gaat maken naar de Eredivisie.

Welke sport beoefen je?

“Momenteel voetbal ik bij Excelsior, het wordt m’n tweede seizoen. Ik ga richting het eerste team en hoop dit jaar Eredivisie te spelen voor het eerst. Daarvoor heb ik vier jaar bij Feyenoord gevoetbald in de jeugdopleiding. Vroeger speelde ik vooral samen met de jongens, hier een clubje in de buurt. Daar heb ik ook altijd regioselecties voor het nationale team voor mijn leeftijd gedaan. Zo heb ik het verder uitgebouwd.”

Vanaf welke leeftijd ben je begonnen? En waarom ben je begonnen?

“Op mijn 6e ben ik begonnen met voetballen. Daarvoor was ik altijd al bezig met de bal. Mijn broer voetbalde ook. Zodoende was ik altijd met mijn broer, mijn vader of de jongens van school. Toen vond ik het al leuk! En al helemaal dat mijn broer voetbalde. Ik moest hoe dan ook alles nadoen wat mijn broer deed. Daarna ben ik gaan voetballen. Ik was ook altijd aan het voetballen met vrienden. Dan was ik na schooltijd buiten op straat aan het voetballen. Zodoende ben ik erin gerold.”

 Jullie zijn dus echt een voetbalfamilie?

“Ja, vooral een voetbalfamilie wat dat betreft. Mijn moeder voetbal niet, maar mijn vader nog steeds. Nu speelt hij in een seniorenteam, die is ook helemaal voetbalgek!

Wat is jouw drijfveer?

“Als ik zie hoever ik al ben gekomen. Eerst bij de jeugdopleiding van Feyenoord en daarvoor de regioselecties bij het Nederlands Elftal. Ik denk altijd ‘wat kan ik eruit halen, waar zit mijn maximaal?’. Ik ben heel nieuwsgierig om dat te ontdekken en het beste eruit te halen. Mijn doel is om in de Eredivisie te spelen en dat doel ligt nu heel dichtbij. Momenteel heb ik een blessure en ben ik al negen maanden bezig om te revalideren. Dat houd je goed bezig, het vooruitzicht, hoe ver kan ik komen.”

Even voor mijn beeldvorming. De jeugdopleiding van Feyenoord, hoe ziet dat eruit?

“Ikzelf was aanwezig vanaf het begin. Feyenoord was net begonnen met de meiden jeugdopleiding. Destijds was dat een onder vijftien team. Ik kende al een aantal meiden van de KNVB-selectie. Uiteindelijk werden een paar meiden geselecteerd vanuit de voetbalschool, waaronder ik.”

“Jaarlijks wordt er een team samengesteld waarbij er twee gesprekken plaatsvinden. De eerste vind plaats in december/januari. Dat is een tussentijdsgesprek waarbij je te horen krijgt hoe je ervoor staat. Sta je op groen dan betekent dat dat je door bent naar volgend jaar. Oranje is twijfel en met rood moet je echt aan de bak. Aan het einde van het seizoen worden die gesprekken opnieuw gehouden en krijg je te horen of je door mag of niet. Jaarlijks vallen er 6 á 7 meiden af, maar er komen ook nieuwe meiden bij. Wat dat betreft is het een harde wereld. Zit je er niet bij, word je gewoon naar de deur gestuurd. Het is hard, maar daardoor wordt het team hechter en sterker. Dat heb ik vooral gemerkt. Je leert er ook weer veel van.”

Gaaf hoor, lijkt me echt tof als je dat in je hebt.

“Moet zeggen dat het soms ook lastig is. Neem bijvoorbeeld mijn laatste jaar bij Feyenoord. Toen haalde ze veel nieuwe spelers van buitenaf, omdat ze naar de Eredivisie gingen. Ze hadden meiden nodig met veel ervaring. Dan gaat de vraag ‘ga je spelen of niet?’ door mijn hoofd. De club kon mij dat niet beloven. Als je niet gaat spelen, zien ze ook geen toekomst in jou. Toen was voor mij de keuze snel gemaakt. Ik ga ergens anders spelen.”

Is dat ook de reden dat je naar Excelsior bent gegaan?

“Ja, een van de redenen. Ik had ook de mogelijkheid om naar het buitenland te gaan, Oostenrijk. Alleen is Oostenrijk best onbekend qua voetbalniveau. Stel ik zou aangeven dat ik in Oostenrijk heb gevoetbald, wat is dan het niveau? Hierdoor raak je uit beeld en je wilt juist in beeld blijven. Bij Excelsior zag ik de kans om veel speelminuten te maken en om in het eerste te spelen. Destijds heb ik een gesprek met de trainer gehad die me vertelde dat hij veel in me zag. Vervolgens doe je mee met een soort stage training waar hij je kan zien spelen. Hij was onder de indruk. Dat gaf mij vertrouwen dat ik bij Excelsior wél zou spelen.”

Welke positie speel jij in het veld? En wat vind je er zo leuk aan?

“Het middenveld. Je bent overal bij betrokken. Je bent echt het midden van de opstelling. Zowel aanvallend als verdedigend moet je een bijdrage leveren. Er is geen moment van rust. Je bent altijd bezig, het middelpunt en spelverdeler. Dat vind ik het allerleukste om te doen, andere spelers in stelling zetten om bijvoorbeeld te scoren.”

Wat is tot nu toe jouw moment sportmoment?

 “Moet zeggen dat ik er meerdere heb. Toen ik elf was, ben ik uitgenodigd voor de KNVB-selectie trainingen. Hier werd ik vaker voor uitgenodigd, maar kwam er nooit doorheen. Toen ik onder vijftien zat, werd ik voor het eerst door geselecteerd naar de regio. Dat was voor mij hét moment waarbij ik dichterbij kwam. Als ik nu terugkijk naar de foto’s met de meiden, zijn dat nu meiden die Eredivisie spelen of basisplekken hebben in het Nederlands Elftal.”

“Een van mijn andere momenten was toen ik van mijn amateurvereniging de kans kreeg om naar de jeugdopleiding van Feyenoord te gaan. Zelf ben ik Ajacied, lekker tegenstrijdig. Het moment dat ik te horen kreeg dat ik naar Feyenoord mocht, was voor mij hét besef dat ik prof kon worden. Een echt voorbeeld had ik niet, de jongens wel.”

Wat vind je minder leuk/keerzijde van topsport?

“De dingen die je ervoor moet laten. Ik probeer al van jongs af aan op een bepaald niveau te komen, daarvoor heb ik veel moeten laten. Dat zijn momenten die minder zijn, maar ik weet waar ik het voor doe. Dat weegt gelukkig tegen elkaar op.”

Vind je dat moeilijker worden nu je ouder wordt?

“Toen ik vijftien was, ging ik ’s ochtends naar school, ’s middags trainen en ’s avonds was ik zo kapot dat ik niks meer kon. Nu vind ik dat lastiger. Zo ben ik vorige week met vriendinnen op vakantie geweest. Hier kan ik dan alles even loslaten. Dan ga ik ook gewoon uit en drink ik een drankje. Dat moet ook kunnen, want de andere dagen van het jaar zit je vast aan een bepaald schema. Wel wordt er van je verwacht dat je tijdens de vakantie doortraint. Dat is lastig soms. Als mijn vrienden leuke dingen gaan doen, kan ik vaak niet. Naarmate ik ouder word, wordt het steeds aantrekkelijker om mee te gaan. Daar probeer ik een balans in te vinden. Als we bijvoorbeeld naar een festival gaan, drink ik minder of niet.”

Wat waren je grootste obstakels?

“Momenteel zit ik in een revalidatieproces van negen tot twaalf maanden. Ik heb namelijk mijn kruisband afgescheurd. Twee jaar daarvoor had ik m’n meniscus ingescheurd. Hiervoor stond vijf maanden revalideren. Dat was voor mij de eerste keer dat ik een grote blessure had. Ik had eigenlijk nooit blessures. Een half jaar daarna brak ik een botje in mijn enkel. Ik moest weer vier maanden revalideren. Vorig seizoen dacht ik ‘we zijn weer fit, nieuwe club en ertegenaan!’. Het was begin november en hadden net de wedstrijd tegen Ado Den Haag gespeeld. We gingen trainen en ik scheurde mijn kruisband af. Ik wist het meteen dat het niet goed was. Dat voel je aan. Je seizoen is in een keer over. Toen ik de uitslag van de MRI kreeg, stortte m’n wereld in. Voor mij was het een belangrijk jaar. Ik zou beginnen in Jong Excelsior en het jaar erna naar het eerste gaan. Misschien zelfs wel eerder als ik goed presteerde. Het ging ook heel goed. Dan baal je natuurlijk enorm. Ik was bang dat ik niet terug zou komen op m’n oude niveau. Die kans is altijd aanwezig na een blessure. Gelukkig heb ik nog geen terugval gehad en zijn al m’n testen goed.”

Hoe vind/vond je het om SMM te combineren met topsport?

“In het begin vond ik het lastig. Je bent constant bezig met het vinden van de juiste balans. Nu heb ik vooral moeite met het zelfstandig inhalen van lessen of tentamens. Er wordt van je verwacht dat ik alles meekrijg, terwijl ik de helft van de lessen mis. Dit haal ik vaak ’s avonds in. Ik heb dagen gehad waar ik tot twaalf uur ’s nachts lessen zat te volgen. Gelukkig krijg ik vanuit de opleiding voldoende steun en valt er altijd iets te regelen, mocht het niet lukken. Zelf ben ik iemand die het graag op de normale manier doet. Dat ik topsporter ben is leuk, maar ik hoef daardoor geen uitzonderingen. Er zijn ook studenten die veel werken bijvoorbeeld.”

Wat is dé tip die je zou meegeven aan een topsporter op SMM om studie en sport te combineren?

“Veel tijd steken in het plannen. Hier heb ik nog steeds moeite mee. Leg jezelf niet te veel druk op dat je alles van school bij moet houden. Natuurlijk moet je dat, maar vrije tijd is ook belangrijk. Drie uur achter elkaar aan school zitten, omdat je het anders niet haalt, is ook niet helemaal gezond. Op een gegeven moment onthoud je niks meer. Het is belangrijk om alles goed te plannen en ook tijd voor jezelf te nemen. Je vergeet soms snel jezelf.”